Rasp de schil van de citroen en pers hem uit.
Schep de bloem en de maïzena met de citroenrasp door de basterdsuiker.
Kneed de boter erdoor tot een soepel deeg ontstaat. Wikkel het in vershoudfolie, laat het tot gebruik in de koelkast rusten.
Verwarm de oven voor op 175°C.
Druppel wat citroensap over de appels (dit voorkomt verkleuren). Schep de rozijnen om met de vanillesuiker, kaneel, suiker en stukjes appel.
Rol driekwart van het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht en bekleed hiermee de springvorm.
Leg de stukjes brood op de bodem en verdeel hier het appelrozijnenmengsel over.
Rol van het overige deeg dunne rolletjes en leg die in een ruitmotief op de taart.
Meng de abrikozenjam met twee eetlepels heet water en besmeer de taart hiermee.
Bak de appeltaart in 1 uur gaar.