Snijd de boter in blokjes. Kneed van de boter, de bloem, de witte basterdsuiker, het ei en een snuf zout een soepel deeg. Verpak het deeg in vershoudfolie en leg het minimaal een half uur in de koelkast om te rusten.
Rol het deeg uit tot een dunne plak. Steek met een uitsteekvorm (8 cm Ø) 28 cirkels uit het deeg. Leg 14 cirkels op een met bakpapier beklede bakplaat. Schil de appels, rasp het vruchtvlees grof. Laat de appel in een zeef uitlekken en druk het vocht er voorzichtig uit. Meng de appel met de maïzena, de suiker en het citroensap.
Verwarm de oven voor op 200°C. Verdeel het appelmengsel over de 14 plakjes deeg. Dek het af met de overige 14 plakjes deeg. Druk de randen van het deeg met een vork op elkaar. Meng de eidooier met de melk.
Snijd een klein kruisje in het midden van iedere koek (zodat het vocht kan ontsnappen). Bestrijk de koeken met het eiermengsel en bak ze circa 20 minuten in de oven. Laat de koeken afkoelen op een rooster,